Ik koester mij in de zon en neem zijn stralen op. Ik reflecteer het blauw van de hemel om jullie er aan te herinneren, dat je de hemel in jezelf hebt.
Ik sta hier om de beweeglijkheid te laten zien, in soepelheid, meebewegend met de wind, zonder om te knakken. Stevigheid dus ook. Ik reik naar de hemel met mijn bloempjes. Ik heb alleen onder aan mijn stengel een blad. Dit tilt mij/mijn bloemen op naar de hemel, als een hand die tilt. Ik word op handen gedragen. Weet dat eenieder die zich verbindt met de tuin op handen gedragen zal worden in zijn/haar spirituele tocht.
Wij staan voor glans en glorie. Glans is alles wat eigen is aan de soort planten en dieren in de tuin, dat waardoor ze opvallen in een kleur, een vorm, een geluid. Daarin tonen ze hun meest eigen schoonheid. En steeds, wanneer iemand daar aandacht voor heeft, mogen ze er zijn, in hun glans, juist omdat die wordt waargenomen en bewonderd. Zo is het ook bij mensen. In het zien van de ander, het luisteren, de echte ontmoeting krijgt een mens de gelegenheid zichzelf te openen en tonen, in zijn schoonheid.
Deze planten zijn meer dan 2.40 m hoog en staan naast de Grote Beer.
Ik toon het kleine in het grote, de duizenden bloemetjes in deze plant, waar nu de bijen op af komen. Ze bezoeken bloempje na bloempje en doen zich daaraan tegoed. Zie de kleine dingen, let op de kleine dingen, wees tevreden met kleine dingen, geef kleine dingen. Het kleine is even belangrijk als het grote. Alles is deel van het grote geheel en vervolmaakt dat.
Ik sta voor stevigheid. Voor jullie is stevigheid 'vertrouwen hebben'. Vertrouwen geeft je stevigheid: vertrouwen op je intuïtie en vertrouwen in je kunnen, voor zover je dat van jezelf kent. Erin vertrouwen dat, wat gebeurt, het beste voor jou is, op dat moment, ook al zie je het niet direct. Vertrouwen ook in de kracht van anderen.
Wij staan hier om je bewust te maken van de fijnheid en teerheid in de tuin. Onze blaadjes zijn heel fijn, onze bloempjes heel teer. Verzorg alles met tederheid; de tuin, de dingen en de mensen, want zij zijn allen kwetsbaar. De tuin en de wereld hebben zachtheid nodig. Breng die erin. Doe dat door je in te leven: in het ding, de plant, de mens, waarmee je communiceert en handel dan pas.
Ik toon hier de grootsheid in de tuin. In mijn donkerrode kleur toon ik de rust. Het is de rust van het eeuwige, het wijze, het wetende, het is als een rimpelloos wateroppervlak, waarop gevaren kan worden, zonder deining, kaarsrecht, in meditatie.
Ik sta voor schoonheid, in slechts twee kleuren, ik sta voor 'tekening'. Teken jouw leven verder uit, al gaandeweg zal de tekening vorm krijgen.
Mijn altijd groene glans komt omdat ik de vreugde van de aarde onder mij ervaar; het leven, de vruchtbaarheid, de trillingen, het hele jaar door, ook in de winter. Die houden mij glanzend. Doe hetzelfde. Er is geen treurigheid in de tuin, dat maken jullie er soms van. Er is een gaan en komen, een omhoog en naar beneden, een uitbreiding en inkrimping. Die vreugde, dat leven, die trillingen zijn er altijd, ook in jouw leven. Glans, het hele jaar door!